Ondanks verbod op vuurwerk, dolle pret met sterretjes.

Een vuurwerkverbod in 2020. Wie had dat van tevoren kunnen bedenken.

Maar het is er toch door de Corona van gekomen. Voor de één een domper, voor de ander een verademing. Nu gaan de fakkeltjes, grondtollen en sterretjes (kindervuurwerk) als warme broodjes over de toonbank. Ze zijn niet aan te slepen, zeggen de vuurwerkhandelaars. Deze week lijkt er een tekort aan te komen.

Dat brengt mij terug naar vroeger. Thuis mochten wij absoluut geen vuurwerk kopen en afsteken. Mijn vader was daar zeer op tegen. Vanwege zijn oorlogservaringen. En wij hadden een hond. Onze hond is ooit eens zoekgeraakt door vuurwerkknallen. Tijdens Oudjaar zat hij dan ook in de badkamer. Wel zo rustig voor hem.

Maar sterretjes mocht dan wel, net als nu. Voor ons huis lag een speelplein met aan twee zijden grasvelden. Ieder jaar was het reuze pret. Samen met mijn broer gingen wij sterretjes in het gras steken. Niet een paar, maar wel tientallen. En dan aansteken. Dat was dolle pret. Het leek toch net “echt” vuurwerk. Nog steeds steek ik geen vuurwerk af, maar wel die sterretjes. Nu zijn er hele grote en ik heb nog steeds er een hoop plezier in.

Maar ook het kindervuurwerk moet je niet onderschatten. Het is geen koudvuur. Zo’n sterretje of grondtol wordt echt heel erg heet. Als het bijvoorbeeld tegen je nylon jas aankomt, kun je er lelijke brandwonden aan over houden. Vandaar mijn oude jas.

Ook kan de wind onder het tolletje komen, zodat hij zomaar hoger kan komen. Als je een beetje pech hebt, dan kan hij in je gezicht komen. Je kunt ook het best de voorschriften die op de verpakking van kindervuurwerk staan volgen. Dus ook hier een vuurwerkbril dragen en de boel aansteken met een lont.