De achttiende eeuw was Schiedams Gouden Eeuw: de stilgevallen drankimport uit Frankrijk maakte de opkomst van de Schiedamse jeneverstokerij mogelijk.

Vanuit tientallen branderijen en distilleerderijen werd Schiedamse jenever over de hele wereld geëxporteerd. De jeneverindustrie gaf Schiedam de bijnaam Zwart Nazareth,  omdat het roet van de branderijen en glasfabrieken de stad zwart kleurde. Niet bepaald gezond. Gelukkig is dat al lang verleden tijd.

Maar het museum is er gelukkig nog. En hoe? Meer dan een bezoek waard.

Begin januari 2020, net voor de corona uitbraak, ben ik daar geweest. Een hele goede kennis van me verzorgde een bijna privé rondleiding. Na zijn pensionering is hij als vrijwilliger gaan werken in het museum. Met verve en veel enthousiasme vertelt hij over de geschiedenis van de jenever industrie in Schiedam.

Ik heb geprobeerd dat vast te leggen in een film. Klik op de link hieronder. Niet te uitgebreid, want daarvoor moet je gewoon zelf naar het museum gaan.

Mijn oudste broer, 10 jaar ouder, zei een keer: ik drink graag een kopstoot. Ik vroeg me af wat hij daarmee bedoelde. Maar tijdens mijn museum bezoek hoorde ik wat daarmee bedoeld werd, een jenever naast je biertje. Het schijnt zo te zijn dat de borrelnaam kopstoot aankomt als een stoot voor je kanis. Zal wel koppijn opleveren.

Nou mensen, bekijk het filmpje en breng daarna een bezoek aan het jenevermuseum. Veel plezier!

En als je bent geweest, laat in de reacties hieronder weten wat je van het museum vond.