Woningnood

door | 20 oktober 2023 | Fiefjes, Verhalen

Wat een ellende toch, de huizenprijzen stijgen de pan uit, de huren zijn heel hoog en de wachttijden lang. Dat is al een tijdje aan de gang en het blijft maar zo. Studenten en mensen die er ineens alleen voor komen te staan hebben geen kans om een dak boven hun hoofd te krijgen.

De tijden herleven……

In de jaren 50/60 was de woningnood ook groot. Hele gezinnen woonden in bij familie of kennissen. Zelfs  in onbewoonbaar verklaarde woningen bleef men wonen. Bij het woningbureau moest je ingeschreven staan en je elke week melden. Controleurs bezochten huizen en als er overtollige ruimtes waren, was het verplicht mensen in huis te nemen.

Toen ik in 1963 trouwde, konden we bij kennissen de slaapetage van een trappenhuiswoning huren. Eerst moesten we een hoge stenen trap op en boven gekomen was er een portiek met vier bovenwoningen.

Onze inwoning was te bereiken door nog eens twee trappen naar boven te gaan. In een kleine hal was een geïmproviseerd keukentje gemaakt met alleen een koudwaterkraan en een tweepits-gasstelletje. Er waren drie kleine kamertjes, een zit- eet- en slaapkamertje. We hadden een bank, fauteuil, televisiekast en vier eetkamerstoelen van Martin Visser die niet pompeus zijn en daardoor niet veel plaats innamen. Het toilet was in de gang beneden bij de huiseigenaar. Douchen en de was deden we bij onze ouders, die 10 minuten lopen van ons vandaan woonden.

Toen ik zwanger werd, moest er van twee kamertjes één kamer gemaakt worden. Dat werd de woonkamer en daar sliepen wij in een opklapbed. Het overige kamertje was voor de baby. Het was wel een hele toestand met het kinderwagengebeuren. Maar je vindt altijd wel een oplossing.

Na bijna drie jaar kregen we via de zaak van mijn man, een 4-kamerfllat in de Woudhoek.

Een verademing… en voor ons voelde het als een paleisje!

foto is van de Historische Vereniging

Laat een reactie achter

2 reactie(s)
Een oorlogskind (1940), moeder, grootmoeder, overgrootmoeder en nog lekker bezig met van alles. Golfen, bridgen, schrijven, vrijwilliger in het Stedelijk Museum en nog een aantal zaken. Mijn leven is dus niet saai en ….. ‘Carpe Diem’ is mijn motto!

Meer artikelen op Fief...

Reacties

2 Reacties

  1. Nel van Walsum

    Wat een leuk verhaal, Petty. Ook ik ben in 1963 getrouwd. Maar wij hadden het geluk een eigen huisje bemachtigd te hebben. maar moesten wel een paar maanden geduld hebben. We trouwden in augustus en de woning kwam eind oktober leeg.Na de trouwdag ging ieder weer bij zijn ouders wonen. Toen nog wat verven en behangen want verbouwen was er in die tijd nog niet bij. Geen badkamer, gingen in de keuken in een grote teil in bad (hi,hi) geen stortbak in het toilet dus met emmers water doorspoelen, maar waren heel blij dat we op ons zelf konden wonen. En al met al was het toch een leuke tijd. Het was in Kethel op het dorp, daar hebben we 4 jaar gewoond en kregen toen een flat in Nieuwland. Daarna nog een paar keer verhuisd en nu wonen we ook al 23 jaar in de Woudhoek.

    Antwoord
  2. Jeanne Stammeshaus-Van Der Windt

    Wow Petty,
    uit dit woon-verhaal van jou lees ik dat levenservaring ,
    hoe zwaar de tijden ook waren, een mens niet zal breken…nee, juist wel nóg sterker maakt !!

    De jonge volwassenen van nu kunnen er zich geen enkel beeld bij maken, schat ik zo in…

    Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *